Businesscase

Programmalijn: 2. Onderwijs en arbeidsmarkt

Businesscase 6B Verbeterplan arbeidsmigranten

Ambitie/Doelstelling tot 2030

De regio heeft te maken met een krimpende werkzame beroepsbevolking en tegelijkertijd een toenemende vraag naar personeel. De verwachting is dat in 2030 de potentiële beroepsbevolking ten opzichte van 2013 afgenomen zal zijn met 8% (4.000 inwoners). Het inzetten van arbeidsmigranten is één van de manieren waarmee de regionale bedrijven het personeelstekort kunnen oplossen. De arbeidsmigranten zijn hier al decennia lang, als sinds de grenzen open zijn van Europa. In totaal zijn er Nederland op dit moment 780.000 (geregistreerde) arbeidsmigranten. Aangenomen wordt dat het werkelijke aantal hoger ligt. Het geeft aan dat de arbeidsmigranten nu al hard nodig zijn voor onze arbeidsmarkt. Van essentieel belang daarbij is de kwaliteit van de huisvesting van de arbeidsmigranten. Uitzendbureaus geven aan dat de kwaliteit van de huisvesting bij de arbeidsmigranten zelf en de bij de werkgevers een hoge prioriteit heeft. Er is zoveel keus voor de arbeidsmigranten bij welke werkgever ze aan de slag willen dat de kwaliteit van huisvesting een belangrijke voorwaarde is om mensen te houden en zo nodig, aan te trekken. Maar ook de omgeving en het draagvlak bij de burgers spelen daarbij een belangrijke rol. Het gaat dus niet alleen om de economische insteek maar zeker ook om de leefomgeving voor zowel de migranten als de bewoners van de gemeenten.

Om aan de werknemersvraag te voldoen moeten er volgens de SWOT-analyse 500 fte vanuit de EU instromen. De gezamenlijke ambitie van de regio is om inzicht te krijgen hoeveel arbeidsmigranten in onze regio nodig zijn en hoe ze optimaal gehuisvest kunnen worden en op basis daarvan met de regio te onderzoeken of er daarvoor voldoende draagvlak in de samenleving is.

Opgave 2021-2023

De opgave is om deze hub op te starten, vorm te geven en een begin te maken. De eerste opgave is om veel nauwkeuriger inzicht te krijgen in het aantal arbeidsmigranten dat in onze regio al aan de slag is, verdeeld over de sectoren, of het seizoensmedewerkers (short-stay) dan wel (in potentie) permanente medewerkers zijn en hoe groot de behoefte op korte en lange termijn aan arbeidsmigranten in de regio is. Dit inzicht leidt tot een betere sturing van de inzet en groei van arbeidsmigranten.

De tweede opgave is vast te stellen hoe in de huisvesting van arbeidsmigranten kan worden voorzien in relatie tot de mogelijkheden (aanbod ruimte) en draagvlak.

De derde opgave is om op basis van deze beide opgaven beleid op te maken en aan de hand daarvan het rekruteren, het inzetten en huisvesten van arbeidsmigranten te organiseren.

Maatregelen/Wat gaan we doen?

Met betrokken partijen zo goed mogelijk in beeld brengen het huidige aantal arbeidsmigranten in onze regio in het algemeen en per sector in het bijzonder (opgave 1); de behoefte op korte en lange termijn.

Tegelijk wordt verkend of het mogelijk en gewenst is om short-stay medewerkers bij de bedrijven te vestigen waar ze nodig zijn (onderbrengen in nieuwe appartementen op de bedrijvenlocaties) en (potentiële) arbeiders te huisvesten in de dorpen. Het huisvesten van beide groepen is door Waadhoeke gereguleerd. Maar inmiddels sluit dat niet meer aan op de vraag van de bedrijven (groei) en het draagvlak in de dorpen (afremmen).

Een mogelijkheid zou kunnen zijn om short-stay werkkrachten te huisvesten bij de bedrijven zelf en blijvers (vaak gezinnen) juist in de omgeving. Dit model biedt elders goede resultaten. In de Waadhoeke is het huisvesten van migranten bij de bedrijven zelf op zich mogelijk, maar door de beperkte aantallen (max 50 per locatie) is dat zeker in de glastuinbouw niet haalbaar. Door deze marge te verruimen, verandert ook de druk op huisvesting in de dorpen. Bovendien worden de beschikbare woonruimte in de dorpen dan benut door blijvers en gezinnen. Omdat die ook deelnemen aan de samenleving, wordt het draagvlak daarvoor mogelijk veel groter.

Betrokken partijen

Ondernemersorganisaties/werkgevers, uitzendbureaus, woningcoöperaties, gemeenten in de regio en aan de regio-grenzen, provincie, dorpsverenigingen.